Steunfonds voor marinepersoneel
Nabestaanden bijgepraat van slachtoffers van de Slag in de Javazee en de onderzeeboten Hr. Ms. O16, O20, KXVI en KXVII
29 oktober 2019

Nabestaanden bijgepraat van slachtoffers van de Slag in de Javazee en de onderzeeboten Hr. Ms. O16, O20, KXVI en KXVII

Zaterdag 12 oktober kwamen de nabestaanden bijeen van slachtoffers van de Slag in de Javazee en de onderzeeboten Hr. Ms. O16, O20, KXVI en KXVII. Dit gebeurde op uitnodiging van de Commandant Zeestrijdkrachten, vice-admiraal Rob Kramer in theater de Kampanje in Den Helder.

Aanleiding voor deze bijeenkomst was de terugkoppeling over de expedities voor de kust van Indonesië en Maleisië, naar de wrakken van de Java, de Kortenaer, de de Ruijter, de O16 en de KXVII. Marine archeologen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, onderdeel van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), vertelden over de methoden die zij hanteerden tijdens het onderzoek en de trieste resultaten.

Tijdens de in 2016 door het Karel Doorman Fonds georganiseerde expeditie, constateerden duikers dat de wrakken van Hr. Ms. De Ruyter, Java en Kortenaer bijna geheel verdwenen waren. Dit was aanleiding voor de Nederlandse overheid om verder te gaan zoeken en om te onderzoeken wat er was gebeurd. 

Er zijn vervolgens twee expedities geweest, die gezamenlijk zijn uitgevoerd door de Indonesische marine, de Nederlandse marine en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Daarbij was de samenwerking met de plaatselijke autoriteiten en de ambassade in Jakarta onontbeerlijk.

Zaterdag 12 oktober werd helaas bevestigd dat de wrakken zijn verdwenen. Dat geldt ook voor de wrakken van twee onderzeeboten. De Indonesische regering deelt het vermoeden dat het hier gaat om illegale bergingen, omdat men geen vergunning heeft afgegeven voor die locaties. Wie die illegale bergingen heeft uitgevoerd, is moeilijk te achterhalen.

Nederland beschouwt de locaties van de wrakken als te respecteren oorlogsgraf, maar dat doet niet iedereen. Er is geen internationale juridische grondslag voor. Dat maakt de zaak ingewikkeld.

Toch onderzoeken de samenwerkende ministeries hoe dergelijke locaties te beschermen voor de toekomst. Via de ambassade gewerkt om de locaties aan te wijzen als herinneringsplaatsen, een zogenaamde “lieu de memoire”.

Een volgende expeditie naar de O20 en de KXVI is in voorbereiding.

De 12e oktober was een zeer informatieve dag, hoewel op niet alle vragen antwoord kon worden gegeven. De nabestaanden waren verder in de gelegenheid om de traditiekamer van de onderzeedienst te bezoeken, waar memorabilia van de genoemde onderzeeboten zijn tentoongesteld. Tevens kon men het reddingsmuseum en het marinemuseum bezoeken. In het marinemuseum is een tijdelijke herdenkingsruimte ingericht voor de omgekomen marinemannen tijdens de Slag in de Javazee. Zie ook Expositie marinemuseum Slag in de Javazee

Koninklijke Marine en het Karel Doorman Fonds overleggen hoe aan deze herdenkingsruimte een permanent karakter te geven.

Presentatie marine archeoloog Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Nabestaanden LTZ3 Uljee tijdens de lunch
Oorlogsherinneringskruis LTZ3 Uljee
Marine archeologen lichten onderzoek toe

Terug naar overzicht